Het carbonpercentage bepaalt de stijfheid van de stick. Naarmate het percentage oploopt, neemt ook het stugge/stijve gevoel van de stick toe. We verdelen stijfheid in 3 groepen.
Soepele sticks (10% - 30% carbon) In de eerst groep schalen wij de sticks van 10 tot 30% carbon, deze stick zijn zeer toegankelijk voor de hockeyers die net beginnen met hockey of aan de eerste volwassenenstick toe zijn. Hierbij kan men denken aan teams vanaf de D/C lijn. Door een relatief laag percentage carbon heeft de speler/speelster veel controle en moet hij/zij harder werken om de bal in beweging te krijgen, dit is zeer gunstig voor het ontwikkelen van de techniek.
Allround sticks (30% - 70% carbon) De tweede groep benadert de grootste groep onder de hockeyers, waarbij de sticks voor bijna elke hockeyer geschikt is. Vaak zien wij dat jonge technische hockeyers vaak een stick kiezen uit deze categorie, omdat hier altijd een stick te vinden is die aansluit op de speelstijl. Daarnaast zal de gemiddelde senioren hockeyer(ster) ook prima uit de voeten kunnen met een stick uit deze groep.
Stugge sticks (70% - 100% carbon) In de derde en laatste groep vinden we sticks die vaak gebruikt worden door de selectiespelers in zowel de senioren teams, als de laatste jeugdteams. Deze sticks zijn zeer stug en geven veel kracht. Hierdoor kan er meer snelheid gecreëerd worden bij het passen en schieten van de bal. Het hogere carbonpercentage zorgt er ook voor dat er een hoog balgevoel ontstaat, zodat de speler/speelster precies kan voelen wat de bal doet.